Stinkende gouwe behoort tot de papaverachtigen familie (Papaveraceae) en is een vertakte plant met afstaande, behaarde stengels van ongeveer 60 cm hoog. De bladeren zijn geelgroen geveerd en staan afwisselend aan de stengels.
De gele bloemen staan in niet overdadig bloeiende schermen. Ze zijn heel fragiel en hebben twee kelkbladeren, die rond de bloeitijd afvallen. De vruchten lijken op erwten en zijn veelzadig. De zaden zijn zwartbruin en glanzend. Het sap werkt bijtend.Volgens een sage komt de Latijnse naam Chelidonium van het Griekse chelidon (zwaluw).
De Romeinse schrijver en historicus Plinius bedacht deze naam omdat het gele sap van de stinkende gouwe kennelijk door de zwaluw werd gebruikt om de ogen van zijn jongen te openen. Inderdaad is het opvallendste kenmerk van deze plant het gele sap, dat echter pas te zien is nadat de stengel is gebroken.
Verder zien maar weinig mensen de plant staan, omdat hij onopvallend groeit langs muren, bermen of beschutte plekjes. Het gelige melksap werd in Europa steeds vaker gebruikt om schurft en wratten te genezen.
Van de stinkende gouwe worden de gedroogde delen gebruikt, die boven de grond uitsteken en in de bloeitijd worden verzameld. Karakteristieke inhoudsstoffen zijn isochinoline alkaloïden en koffiezuurderivaten. Inhoudsstoffen die mee de werking bepalen, zijn de alkaloïden, met als voornaamste bestanddeel chelidonine.
In kant-en-klare preparaten wordt gestandaardiseerd op het alkaloïdengehalte.
Stinkende gouwe wordt geadviseerd bij krampen in de onderbuik, klachten rond de galblaas en -wegen, maar ook bij spijsverteringsklachten. De plant heeft een licht pijnstillende effect en werkt stimulerend op het immuunsysteem, galvochtproductie en slaap. Een lectine dat uit stinkende gouwe werd geïsoleerd, vertoonde ook stimulerend effect op de witte bloedlichaampjes.
Bovendien werden ontstekingsremmende en antibacteriële eigenschappen aangetoond. Stinkende gouwe wordt in de volksgeneeskunde al sinds de Oudheid gebruikt bij lever- en galklachten.
In het middeleeuwse Europa werd het gele melksap gebruikt bij huidaandoeningen, vooral bij schurft en wratten, maar ook bij darmpoliepen en borsttumoren.
Vandaag de dag wordt stinkende gouwe in de volksgeneeskunde gebruikt bij astma, arteriosclerose, hoge bloeddruk, wormen, kramp, jicht, oedeemvorming in de benen en bij maagkanker.
Er worden gebruikt gestandaardiseerde kant-en-klare middelen (geen thee) als tabletten en drankjes, omdat die een gecontroleerde hoeveelheid totaalalkaloïden (chelidonine) bevatten.
Twee gecontroleerde onderzoeken onder telkens 60 patiënten met functionele onderbuiksklachten en kramp rond de galwegen en het maag-darmkanaal toonden een positief effect aan na een behandeling van 14 dagen met een waterig-ethanolisch extract van stinkende gouwe, overeenkomend met 24 mg totaal aan alkaloïden.
In het kader van een gecontroleerd gebruikersonderzoek onder meer dan 600 patiënten met pijn in de onderbuik werd een vermindering van krampklachten in het maag-darmkanaal of het gebied rond de gal bereikt. Bij de meeste patiënten deed dat effect zich al voor 30 minuten na inname van het extract.
De dagelijkse dosis bedroeg 375 to 500 mg van het extract, overeenkomend met 9 tot 12 mg totaal aan alkaloïden. De gemiddelde leeftijd van de vrouwelijke patiënten lag op 59, van de mannelijke patiënten op 55 jaar. Ongeveer twee derde van de patiënten waren vrouwen en een derde mannen.
Waarschuwing: Bij gebruik gedurende meer dan vier weken, moeten regelmatig de leverenzymwaarden worden gecontroleerd, omdat chelidamine-extract kan leiden tot een stijging van leveractiviteit.
Beperkingen in het gebruik: Gebruik stinkende gouwe niet bij een afgesloten galweg of in het geval van een vroegere/bestaande leveraandoening. Raadpleeg bij galstenen en als de symptomen langer dan twee weken aanhouden, beslist een arts. Stinkende gouwe mag niet worden gebruikt door vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven en niet door kinderen onder de 12 jaar.
Bijwerkingen: Lichte maagklachten, in zeldzame gevallen ook leveronsteking en een stijging van de leverenzymen en de concentratie bilirubine. Deze verschijnselen verdwijnen na het stopzetten van de inname volledig. Het oog mag niet in contact komen met het bijtende gele melksap.