Gember behoort tot de familie (Zingiberaceae) en is een kruipende meerjarige plant op een dikke, knolvormige wortelstok. Daaruit groeit in het voorjaar een groene, rechtopgaande stengel van ongeveer 60 cm hoog met smalle bladeren, die elk jaar afsterven. Rond de bloeitijd komt er direct uit de wortelstok een aar, die een witte of gele bloem draagt.
De medicinaal gebruikte gember en de specerij worden gekweekt. Daarvoor wordt in het voorjaar een stuk rhizoom in de grond gelegd, waarna een klein jaar later geoogst kan worden.
Het Latijnse woord Zingiber kan herleid worden naar de oude Indische naam shringavera. Inderdaad dook de gemberwortel als geneeskrachtige plant al op in de vroege Sanskritische geschriften, maar ook in de oude Chinese teksten en later in de Griekse, Romeinse en ook Arabische medische literatuur van de oudheid.
In Midden-Europa werd de plant bekend door de kruisvaarders. De koloniale zeevarende machten dreven intensief handel met het vooral als specerij waardevolle product. In de 16de eeuw kostte een pond gember net zoveel als een schaap.
Vandaag de dag wordt gember in tropisch en subtropisch Azië, in delen van Afrika, in Brazilië en in Jamaica verbouwd. In de teelgebieden wordt het gebruikt als middel om de spijsvertering te bevorderen.
Gemberwortel wordt geadviseerd bij maag-darmklachten, ter voorkoming van reisziekte en voor het tegengaan van braken na een eenvoudige operatieve ingreep.
De scherpe stoffen in gember, gingerol en shoagol antibraakmiddel gebleken. De werking ervan berust op de wisselwerking met allerlei neurotransmitters van het centrale zenuwstelsel. Bovendien stimuleren de scherpe stoffen in gember de productie van speeksel en maagsap, doordat ze al in het mondslijmvlies de warmtereceptoren prikkelen.
Daarnaast voorkomt gember in het ontstaan van zweren, gaat het ontstekingen tegen en doodt het enkele bacteriestammen. De geschilde verse of gedroogde wortelstok, die zich ondergronds uitspreidt, wordt medicinaal gebruikt.
Belangrijke farmacologisch werkzame inhoudsstoffen zijn scherpe stoffen (gingerol en shoagol), diarylheptanoïden en etherische olie met als voornaamste component zingibereen en gemberolie.
In de volksgeneeskunde wordt gember gebruikt bij maag- of darmzweren, hoesten, problemen bij het urineren, onderbuikklachten, reumatische aandoeningen en migraine. Gember is een belangrijk geneesmiddel in de Indische en Chinese geneeskunde. De plant is ook een effectief middel om de eetlust op te wekken. Bovendien zou het de spijsvertering stimuleren.
Als specerij helpt gember vooral mensen die last hebben van een nerveuze en gevoelige maag en die veel last hebben van winderigheid.
Gember verlaagt LDL cholesterol gehalte in het bloed. Er worden kant-en-klare geneesmiddelen (capsules) of los gemberpoeder gebruikt; Los poeder: los ongeveer 1/3 tl op in 150 ml water, drink dagelijks 2 tot 4 koppen. Neem dit, om reisziekte te voorkomen, ongeveer 30 minuten voor het begin van de reis.
De toepassing van gember in de vorm van levensmiddelen is niet voldoende om het medicinale effect te bereiken. Diverse klinische onderzoeken met meer dan 2000 deelnemers hebben aangetoond dat gember vergeleken met een placebo heel effectief is bij de behandeling en het voorkomen van misselijkheid en braken. De proefomstandigheden hadden ook betrekking op zeeziekte, reisziekte en misselijkheid na operaties. Ook de kinderen tussen 3 en 13 jaar kunnen de preparaten van gember goed verdragen.
Beperkingen in het gebruik: Bij last van galstenen of bij gebruik van bloedverdunende medicijnen, moet zijn arts raadplegen over het gebruik van gember.
Bijwerkingen: In enkele gevallen is brandend maagzuur voorgekomen.